Jacob Claesz Geusebroek 1674-1748

Jacob Claesz Geusebroek 1674-1748

Jacob is de zoon van Claes Jansz (van Naerden) en Sasje Jacobs Geusebroek. Omdat zijn vader geen achternaam voerde, heeft Jacob de achternaam van zijn moeder aangenomen.

Trijn Jans die als weduwe met Jacob Geusebroek trouwt, had uit haar eerste huwelijk met Sijmon Keijser drie kinderen.

  • Zoon Jan (geb. 1694) was in 1698 op vierjarige leeftijd overleden.
  • Zoon Jacob Sijmons Keijser en
  • dochter Grietje Sijmons Keijser

Zij groeien op als de oudste kinderen in het gezin van Jacob en Trijn.

Jacob Keijser wordt evenals zijn halfbroer Jan lid van het kuipersgilde en bekleedt daar in latere jaren een belangrijke functie. Grietje die tweemaal trouwt, speelt een belangrijke rol in het familiegebeuren. Ze treedt bijv. diverse malen op als doopgetuige bij de doop van de kinderen van haar halfbroer en -zussen. Ze kan niet schrijven net als haar halfzusje Sasje. Ze wordt vernoemd door de halfzussen en -broer en krijgt ook een plaatsje in het testament o.a. van Sasje.

Begin september 1748 overlijdt Jacob Geusebroek. Er wordt dan een inventaris opgemaakt van de boedel van het huis op de Italiaanse Zeedijk waarin Jacob en Trijntje gewoond hebben. Het huis bestaat uit een voorhuis, een kamer met bedstee, een gang, een grote keuken met bedstee en een achterkeukentje. Achter het huis was een plaatsje en boven bevonden zich een hangkamer, een zolder en nog een zolder boven het voorkamertje. Niet erg groot maar naar de maatstaven van die tijd en in die plaats was het een heel behoorlijk huis. De erfgenamen zijn Trijntjes dochter Grietje Sijmons Keijzer, dochters Sasje en Claasje, zoon Jan en Trijntje Bout, de 19-jarige dochter van dochter Willempje die overleden was. Jan erft o.a. een bokkinghang, een haringrookplaats, aan de Westerzeedijk. Claasje erft het huis op de Italiaanse Zeedijk.