Jacob-in-Blechhammer

Schmelt-Arbeitskampen in Silezië

De kampen in Opper-Silezië waar Jacob kennis mee maakte: St Annaberg, Johannesberg, Sakrau en Blechhammer.

Volgens de opgave van Jacob Dagloonder zelf werd hij in mei of juni 1943 naar het Schmelt-Arbeitskampf Blechhammer overgebracht. Hier zou hij tot januari 1945 blijven. Hij werkte er in diverse commando’s. Op 1 april 1944 werd Blechhammer een subkamp van Auschwitz-Monowitz. Het kamp werd omgeven door een bijna 4 meter hoge betonnen muur. De gevangenen kregen een Auschwitz-kampnummer en moesten van toen af de gestreepte kampkleding dragen. Daarvoor droegen ze nog burgerkleding. Jacob kreeg kampnummer 176952. In Blechhammer werd benzine uit steenkool gemaakt, een belangrijke oorlogsindustrie dus. Het oorlogsmaterieel moest nu eenmaal rijden.

Gevangenen aan het werk in Blechhammer

Gevangenen in Blechhammer graven een kuil waarin aardappelen bewaard gaan worden. Deze foto dateert nog uit de Schmeltperiode. De mannen dragen nog burgerkleding. Bron foto: Yad Vashem

Zoals in alle werkkampen was het werk zwaar. De gevangen moesten kolen delven, bouwwerkzaamheden en sjouwwerkzaamheden verrichten. De zware wagens met kolen werden met menskracht voortbewogen. Door de schrale voeding, de gebrekkige kleding en mishandelingen was die bij velen niet groot. Wanneer iemand ziek werd, volgde afvoer naar het nabijgelegen Auschwitz. Daar werden dan weer ‘gezonde’ gevangenen uitgezocht om hen te vervangen in Blechhammer.

Bombardement Blechhammer 20-08-1944

Het bombardement van raffinaderij van Blechhammer op 20 augustus 1944 door de US Airforce. Foto Yad Vashem

Het kamp werd op 28 augustus 1944 en 20 november 1944 gebombardeerd. Joodse gevangenen moesten niet-ontplofte bommen ontmantelen, wat vele met de dood moesten bekopen. Een nieuwe chemische fabriek werd gebouwd, wat een taak werd voor de gevangenen. Elke dag trokken de gevangenen lopend naar het vijf kilometer verderop gelegen bouwterrein. De gevangenen werden zwaar bewaakt waarbij de bewakers regelmatig hun knuppels op de ruggen, hoofden en benen van de gevangenen neer lieten komen. Het werk bestond graven van funderingen, het aanleggen van de infrastructuur en het sjouwen van bouwmaterialen. Veel te zwaar werk voor ondervoede en veel te licht geklede mensen. Wanneer de gevangenen aan het eind van de werkdag weer naar het kamp teruggingen, werden ze eerst geteld. Ontbrak er iemand dan werd eerst gezocht naar de ontsnapte. De SS’ers probeerden de rest van de groep tot een bekentenis te dwingen over de verblijfplaats van de ontsnapte. Ze treiterden hen met strafoefeningen, zoals op een been staan of met de armen omhoog gedurende heel lange tijd, terwijl de SS’ers hun knuppels en zwepen lieten zwaaien. Voor een ‘misdaad’ van een lid van de groep werd de hele groep gestraft. Wanneer de ontsnapte gevonden werd volgde meestal een dusdanige aframmeling dat die daaraan bezweek.

Animatie van kamp Blechhammer. Pools gesproken, maar te volgen in combinatie met de afbeelding (20) hierboven.

Gevangenen aan het werk in Blechhammer

Gevangenen aan het werk in een werkplaats te Blechhammer in 1944. Deze foto is van na de overname door de SS, waarbij Blechhammer een buitenkamp van Auschwitz werd. De gevangenen dragen de gestreepte concentratiekampkleding en hebben een nummer gekregen. Foto Yad Vashem

Een Pools-joodse gevangene, Walter Spitzer, overleefde Groß-Rosen, Blechhammer en Buchenwald mede dankzij zijn tekentalent. Hij kon zijn tekeningen ruilen tegen brood. Hij maakte tekeningen over de verschrikkingen in de kampen. Een van de tekeningen laat zien hoe de gevangenen in de Schmeltperiode geselecteerd werden door een werkgever. Zijn werk werd tentoongesteld in het Auschwitz Museum.

Lees verder